Communicatie is het proces van ideeënuitwisseling.
Jij laat iets zien ( in woord, beeld of gebaar) en een ander kijkt.
Communicatie bestaat uit minstens drie delen: de boodschap, de zender en de ontvanger.
De zender en ontvanger wisselen elkaar af.
Ontvanger:
Geeft de zender ruimte voor de boodschap.
Zender:
Verbaal, 20 %van de boodschap.
Dit bestaat uit:
• Inhoud
• Structuur
• Accent
• Kort & Bondig
Non-verbaal, 80% van de boodschap
Dit bestaat uit:
• Houding
• Uitdrukking
• Gebaren
• Oogcontact
• Lichamelijke verzorging
Para-verbaal
• Stem
Status
• Hoe kom je over
Met de status kun je ‘spelen’.
Indien je bij een voor jou onbekende groep komt, dan heb je eerst een lage status, want je bent als gast in andermans ruimte. Gedurende de bijeenkomst/ de training (bijvoorbeeld: je toont je deskundigheid ) maak je je status hoger.
Wees congruent in wat je doet en zegt
Dus de boodschap en houding moet in één lijn zijn.
Wijze van Communiceren
Zender:
Non verbaal
• Expressie
• Relatie
• Appèl (aandacht)
Ontvanger:
Luistert actief:
• Kijken
• Luisteren
• Uitvragen
• Toetsen
• Samenvatten
Kortom de KLUTS
Soorten vragen:
• Gesloten vraag ( Ja of nee?);
• Suggestieve vraag ( dit is leuk hè?);
• Retorische vraag ( Dit vindt u toch ook niet?);
• Reflecterende vraag ( ik begrijp dat jij dit ook zo vindt?).
Wat doe ik ermee
Een cursistengroep verwacht van mij dat ik de expert ben, of in ieder geval hen een eind op weg kan helpen.
Ik wil ze zeker op koers brengen, maar liever nog hen laten merken dat zij zelf veel meer weten dan zij denken. Zo ben ik zelf ook opgegroeid, met het besef dat ik mijn eigen Wikipedia ben.
Dus bij oefeningen en vragen gebruik ik vaak reflecterende vragen. De vraagsteller graaft dan in zijn eigen geheugen en ervaring en komt dan vaak al met een eigen mooie oplossing.
ICT tip
Microsoft Excel
Wil je in Ecel je gehele werkblad in één keer selecteren toets dan tegelijkertijd:
CTRL- toets en de A- toets
0 Responses to “Communicatie Ontvangers en Zenders”